Overslaan en naar de inhoud gaan

Het hemelblauwe busje

Hoewel mijn ouders het te riskant vonden om met zes kinderen, per auto te reizen naar dit gebied, raapten ze ieder jaar weer de moed bij elkaar om het toch te proberen.

Onder de kinderen grapten we er iedere keer over: ‘we vertrekken naar Turkije de laatste woensdag van de onbestaande maand’. Kinderlijke creativiteit. Ondertussen konden we onze fantasie over hoe het daar ginds en toen eruit zag kwijt in de veel te lange Turkse films, die we via onze magische VHS-videospeler op onze beeldbuis konden bewonderen en die we allang vanbuiten kenden. We konden de dialogen meevoeren in de meeste films.

Op een dag kwam mijn vader thuis met een hemelblauw minibusje, met oranje gordijnen.  Mijn vader wilde de auto al gewoon worden tegen de zomer en niet voor verrassingen komen te staan. Er waren nog wel wat reparatiewerken aan, maar het was dus zover.  Het was de koude winter van 1984. Die ‘woensdag van de maand die nooit bleek te komen’, was toch gekomen. Maar het noodlot sloeg toe. In april, enkele dagen an mijn verjaardag, maakte mijn vader een zwaar arbeidsongeval mee, die verregaande gevolgen zou hebben. Een jaar lag hij gekluisterd in het bed en kon zich onmogelijk bewegen. Daar stond onze blauwe busje op ons te wachten, maar het was weer onmogelijk. Het plan om met de auto naar Turkije te gaan, werd wederom enkele jaren opgeborgen.

Die autoreis met het hele gezin is er nooit van gekomen.  De eerste reis  naar Turkije was per vliegtuig op mijn 18de, naar de stad Bursa, relatief in het Westen gelegen. Toen ik  de eerste keer toekwam, zag ik vanuit de vijfde verdieping van het appartement, de mooie glooiende flank van de berg en de hele stad onder onze voeten. Dit was Turkije: je had overal een fantastisch uitzicht! Mijn geboortedorp heb ik pas voor het eerst bezocht toen ik 28 jaar was. Als kind wilde ik dat niet begrijpen. De logica waarom heimwee zo lang duurde en de afstanden zo moeilijk te overbruggen waren ontging me. Toen ik er eindelijk was, leek het op niets anders dat ik kende of me had ingebeeld. De rust die over me daalde, was van het hypnotische en magische soort. Vooral omdat ik het me allemaal niet meer moest inbeelden. De lange zomerdagen namen me mee naar de zoetste momenten van samenzijn, ondertussen brandt de zoute smaak van de zonnebloempitten op onze tongen vergezeld van de eindeloze verhalen. 

Meld je aan voor de nieuwsbrief