Sinem is blij, ik ben blij en zij haalt haar kookpotten tevoorschijn. Zo zijn we hier thuis. Nee, ik ga geen nieuwe woorden bedenken om haar kookkunst te omschrijven. Leest u het hoofdstuk over ontbijten indien nodig voor de tweede maal. Of neem een vliegtuig en ervaar dit wonderlijk ontbijt zelf. Alles tezamen zal het u misschien minder kosten dan een etentje in één of ander top restaurant. Hier is het ook top en lopen de kippen en de eenden tussen je benen door. Dit kan zelfs Jeroen Meus u niet als bonus aanbieden. Gelukkig serveren ze hier geen kipfilet of eendenborst. Ik zou het mezelf nooit vergeven.
Het verse abrikozensap rukt aan samen met Cevdet, de broer van Sinem en hij vindt dat hij aan een pauze toe is. Cevdet en Tayfun vrienden sinds hun kinderjaren, volwassen levens gescheiden beleefd en elkaar terug gevonden in deze tuin. Ze hebben elkaar veel te vertellen. Ik luister, ik luister niet. Ik hou mijn afstand en tracht verbeten het geanimeerd gesprek te volgen. Ik vang hier en daar een woord op en maak hiermee mijn eigen verhaal. Dit doe ik vaak met de nodige, soms hilarische misverstanden als gevolg. In een ander hoofdstuk meer hierover.
Maar halverwege het gesprek wordt mijn hulp ingeroepen. Ik moet fungeren als getuige ter verdediging. Tayfun heeft hulp nodig. De aanklacht luidt : hij is geen Turk. Materiële bewijsstukken hebben de rechter niet weten te overtuigen. Dit proces handelt over de interpretatie van het Turk zijn. En ik als Vlaamsche deerne moet hier mijn visie over deze zaak uit de doeken doen. Zelfs met een overvolle maag ben ik wakker en mij bewust van wat hier in de weegschaal ligt. Ik gebruik de juiste strategie. Ik geef de aanvaller volledig gelijk en vul zijn argumenten nog verder aan. Het blijkt de beschuldigde niet te deren.
Uiteraard is Tayfun geen Turk. Op iedere afspraak is hij stipt op tijd of zelfs, hoe bestaat het, te vroeg. Ik nodig u uit stipte mannen in Turkije te vinden. Tijd is een elastisch begrip en sinds het opdoeken van ‘Het klokkengelijkzetinstuut’ van Achmet Hamdi Tampinar is het zeker niet verbeterd. Hij kan realistisch praten over Ataturk. Hij geeft hem zijn merites maar maakt van de man geen halfgod zoals vele Turken doen. Hij schuwt ook geen enkel debat over delicate thema’s uit de hedendaagse Turkse geschiedenis. Hij baseert zich hiervoor op feiten en niet op opgezwiept nationalisme. Hij haat het feit dat hij besneden is. Dit is verminking zonder toelating van betrokkene. Ik hoor Turkse mannen over dit thema alleen met trots praten.
Ik zie de tegenpartij zegevierend glimlachen nog voor ik met mijn laatste argument naar voren kom. En dit argument is de mokerslag. Sorry, Tayfun, ik ben niet je getuige ter verdediging. Je gaat ten onder. Heren rechters, aanhoort u dit : Deze man die zichzelf Turk noemt, kan geen tavla spelen! Dient er nog meer gezegd te worden? Is het voor ieder van u duidelijk dat dit individu onder een valse nationaliteit door het leven gaat? Niets kan hem in dit tribunaal nog reden. De aanklager is tevreden, dit is een uitgemaakte zaak en hij zal nog op tijd thuis zijn voor de voetbal.
Maar…u kent mij, zij kennen mij hier duidelijk minder goed. Shakespeare komt in mij naar boven borrelen. En het is zijn ‘The Merchant of Venice’ die bovendrijft. Shylock verschijnt ten tonele. En met dezelfde woorden als die hij gebruikte voor zichzelf vangt hij aan. Wanneer in deze mans lijf een dolk gestoken wordt, bloedt hij dan niet? Wie heeft er baat bij dit bloeden? Tayfun is een voorzichtig tastend individu op zoek naar waarheid, oprechtheid en authenticiteit. En met zijn zoektocht berokkent hij niemand kwaad. Alleen zichzelf want de zoekenden vinden zelden rust. Hij is wie hij is en kan, wil het niet verhelpen. Zo heb ik hem graag. Hij is in de loop der jaren een soulmate geworden, één van die zeldzame mensen waarbij ik mij geen alien voel. Ik durf te vragen, ik durf te luisteren. Niet één onderwerp is taboe. Dat is voor mij rijkdom, mij omringd weten met dat soort mensen. Wat hebben alle verwijten met nationaliteit te maken? Ik vraag u Mijnheer de rechter, wees mild voor deze zoekende ziel. Hij is wie hij is zonder kapsones en niet begeleid van bijsluiter. I rest my case. Er is geen doek gevallen, er was geen applaus. Als amateur kan je je beter niet aan Shakespeare wagen. Maar er waren glunderende gezichten bij beide partijen. En het spreekt voor zich dat Tayfun dit ontbijt voor mij heeft kunnen betalen.