Eerst gaan Albert en zijn vrouw Elsa met de nachttrein van Berlijn naar Antwerpen. Vooraleer in te schepen logeren ze in het mooie Century Hotel op de De Keyserlei. Ze varen enkel van Antwerpen naar San Diego, de rest van de wereldcruise laten ze voor wat ze is. Ze verblijven in de comfortabele eerste klasse.
Albert houdt dit dagboek bij. Hij noteert over de bediening: ‘We zijn prinselijk ondergebracht op het schip. Iedere werknemer gedraagt zich zo voornaam en bescheiden dat men zichzelf vreemd genoeg een boerenkinkel gaat voelen.’ Aan boord werkt en studeert hij, maar Albert geniet ook en speelt muziek. Ook zijn secretaresse en wiskundige assistent zijn mee.
Op 18 maart 1933 keren Albert en Elsa terug van een ander verblijf in Amerika, en ze schepen weeral in op de Belgenland. Aan boord zal hij beslissen om niet naar Nazi-Duitsland terug te keren. Hij schrijft zijn ontslagbrief aan de Pruisische Academie voor Wetenschappen. Hij zal nog enkele maanden in België verblijven, en uiteindelijk met de Westernland van de Red Star Line definitief zijn nieuwe thuis in de Verenigde Staten zoeken.