Tot ver in Oost-Europa rekruteerde de rederij ‘klanten’. Ze voerde actief reclame en werkte met een uitgebreid net van agenten. Eén cijfer: van de 2,8 miljoen mensen die tussen 1899 en 1914 het tsaristische Rusland ruilden voor de Verenigde Staten, was 40% Joods. Ze kwamen vooral uit Litouwen, Wit-Rusland, Oekraïne, Bessarabië en Polen.
Daarnaast waren er ook veel Oostenrijks-Hongaarse Joden. In veel gevallen waren dit weinig gegoede mensen. In Antwerpen werden ze bijgestaan door enkele Joodse hulporganisaties. De meeste emigranten kwamen met de trein via Duitsland, een minderheid arriveerde in Antwerpen met de boot.
Veel Oost-Europese Joden emigreerden wegens de socio-economische toestand, maar ook vanwege de heersende discriminatie en antisemitische uitbarstingen, de pogroms. Belangrijke lobbygroepen die in Amerika ijverden tegen maatregelen om de immigratie te beperken, bestonden uit Joden.
Het aantal Joden dat naar Antwerpen kwam, groeide sterk aan: van 1.200 rond 1880 tot ongeveer 20.000 net voor de Eerste Wereldoorlog. Stilaan ontstond in de straten rond het Centraal Station een Joodse wijk en gemeenschap. Vele Joodse mensen vonden werk in de toen nog jonge diamantsector, als handelaar of als arbeider. Na de oorlog volgde een nieuwe migratiegolf en vanaf 1933 vluchtten veel Joden uit nazi-Duitsland naar Antwerpen.