Als de muren van het Red Star Line Museum konden spreken, zouden ze vertellen over hoge verwachtingen en diepe teleurstellingen, over adrenaline en slapeloze nachten, over kinderen die hun familie nareizen en over families die hun kinderen moeten achterlaten. De oude gebouwen van de scheepvaartmaatschappij maken al die emoties en verhalen voelbaar, tastbaar en zichtbaar.
De historische loodsen zijn een stille getuige van het verhaal van de miljoenen passagiers van Red Star Line/ De gebouwen dienden voor administratieve en medische controle van de vertrekkende passagiers. De site bestaat uit drie gebouwen, met een totale vloeroppervlakte van bijna 2.600 m².
Vier gebouwen
Het nieuwe Red Star Line Museum is samengesteld uit vier gebouwen, die elk een aparte architecturale entiteit vormen. Er zijn drie historische gebouwen - de Loods, het hoekgebouw en het hoofdgebouw - en één nieuwbouw: de toren.
Het hoekgebouw
Derde klasse passagiers werden voor vertrek medisch gekeurd. Wie in Amerika werd afgekeurd, moest immers op kosten van de rederij terug naar Europa. Door ze hier in Antwerpen ook te testen voorkwam de rederij kosten voor de retourreizen. De medische controle van de emigranten gebeurde oorspronkelijk in weer en wind onder hangars op de kade, oncomfortabel en gebrekkig.
Na jarenlange klachten (onder andere van omwonenden) bouwde Red Star Line in 1894 zijn eerste gebouw op de Rijnkaai: een eenvoudig pakhuis in rode baksteen met een oppervlakte van ongeveer 400 m².
Ondanks het nieuwe pakhuis bleef het klachten regenen. Er vonden nog steeds keuringen in openlucht plaats. Het gebouw was te klein voor de honderden migranten die vlak voor de afvaart op amper een uur tijd moesten worden gecontroleerd.
De Loods
Enkele jaren voor de Eerste Wereldoorlog bouwde de stad Antwerpen in de Montevideostraat De Loods: een grote, hoge en diepe douaneloods, ongeveer 550 m² groot, met een smalle, fraaie baksteengevel. Hier kwamen geen landverhuizers, maar Red Star Line gebruikte deze ruimte wellicht voor het stockeren van bagage.
Het hoofdgebouw
Het hoofdgebouw, ongeveer 800 m², is het meest prestigieuze en architecturaal interessante gebouw. Het werd in 1922 opgericht in een sobere art-decostijl.
Het kleine en grote gebouw functioneren vanaf dan als één geheel, met onder meer een badinrichting, waar mannen en vrouwen in een gescheiden circuit kunnen douchen, een aparte zaal met ontsmettingsketels voor de kledij en de bagage, twee wachtzalen en een kapperskamer. Derdeklaspassagiers werden er net voor hun afvaart ontsmet, medisch gekeurd en administratief gecontroleerd. Dit gebouw kwam er toen Amerika de emigratie drastisch terugschroefde en toen het aantal administratieve en medische controles toenam.
De toren
Van de vroege jaren 1920 tot 1934 was de hoge schoorsteen van de Red Star Line gebouwen een oriëntatiepunt voor de duizenden passagiers die hun weg zochten van het Centraal Station naar de Scheldekaaien. Het was een verticaal baken, dat aangaf dat de tocht over de oceaan wenkte. De droom van een nieuw leven in Amerika kwam weer een stap dichterbij.
Sinds 1936 is de rokende schoorsteen niet meer en verdwijnt de Red Star Line uit de Antwerpse skyline. Tijdens de restauratiewerkzaamheden werd een nieuwe toren gebouwd. Die verbindt het Red Star Line Museum met het water en de plek aan de kade waar de schepen vertrokken. De uitkijktoren weerspiegelt de ervaringen en de emoties van de reizigers, die vanop de torenhoge oceaanstomers van Red Star Line uitkeken over Antwerpen.
Beschermd monument
De Vlaamse overheid erkende de historische en architecturale waarde van de Red Star Line gebouwen. In twee etappes werden ze als beschermd monument geklasseerd.
- In 2000 brengt het Antwerps College van burgemeester en schepenen een gunstig advies uit voor de bescherming van monumenten in het havengebied en het Eilandje. Naast de Montevideomagazijnen en De Shop staan ook de gebouwen van Red Star Line op de lijst.
- In 2001 volgt de erkenning als historisch monument van twee van de drie magazijnen van de rederij, meer bepaald De Loods en het grote museumgebouw. In 2007 erkent de Vlaamse overheid ook het museumgebouw op de hoek, het oudste en kleinste gebouw van de drie, als beschermd monument.
Toparchitecten
Het Amerikaans architectenbureau Beyer Blinder Belle Architects and Planners nam de restauratie van de gebouwen voor zijn rekening. Ze tekenden ook voor de vormgeving van het museum. Beyer Blinder Belle Architects and Planners renoveerde ook het Ellis Island Immigration Museum and Grand Central Station in New York.