In uw voorstelling, The Daughter of Dilbi – Bent el Dilbi, vertel je het verhaal van de Dilbi boom. Waar gaat dit verhaal over?
The Daughter of Dilbi vertelt over hoe ons cultureel centrum in Syrië, Dilbi tot stand kwam. Het verhaal begint bij de zeldzame en zeer oude Dilbi-boom, die in Mashta Al helou staat in het zuiden van Syrië. Die plek was in 2013 een toevluchtsoord voor veel vluchtelingen en werd gezien als een van de enige veilige plekken in Syrië. Toen in juni van dat jaar een tak van de boom afbrak, was dat voor ons een teken dat de natuur huilde voor de pijn van de oorlog.
We besloten om een beeldhouwer te vragen om een sculptuur te maken, geïnspireerd op de afgebroken tak.. Dit noemden we het standbeeld van geboorte, the statue of birth.
Terwijl de beeldhouwer hiermee bezig was, hielden we poëzieavonden, zongen en dansten we. Stilaan breidde dit zich uit tot een cultureel festival dat elk jaar meer sympathisanten aantrekt. Het festival dat elke jaar in juni plaats vindt in Mashta Al Helou, was het begin van ons cultureel centrum, Dilbi.
Een reden waarom het zo gegroeid is, is omdat wij spreken via de taal van de kunst. Er zijn geen politieke of religieuze opvattingen die besproken worden, het gaat puur om de art.
Het verhaal van deze boom en de impact ervan, hoe vertaal je dit in je voorstelling?
Ik start met een kleine presentatie over het begin van het festival en waarom we dit doen. Wat speciaal is, is dat iedereen wel een connectie vindt met mijn verhaal. Bij alles wat ik vertel, is er altijd wel iets dat je raakt. Misschien brengt het je op ideeën of maakt op andere manieren echt een verschil voor je.
Ik wil dat mensen ons kennen, dat ze zien wat je kan creëren uit pijn en ellende. Niet alles hoeft negatief te zijn. Het was zo een moeilijke tijd, veel mensen verloren hun familie en kwamen naar het centrum, zonder schoenen aan in de sneeuw. Ik wil de verhalen vertellen van deze mensen. Daarnaast ga ik traditionele Syrische liedjes brengen. Op het einde leer ik het publiek ook zelf een Syrisch lied aan, dat mijn man heeft geschreven over Dilbi. Dit posten we dan op onze Facebook pagina, zodat mensen zien dat ook Belgen Arabisch kunnen zingen.
Het is dus een interactieve voorstelling.
Ja, inderdaad. Ik stel het publiek ook vragen. Wat zouden zij doen als deze zaken gebeuren in hun land? Ik wil niet enkel zelf praten, ik vind het leuk om het gesprek aan te gaan en het publiek deel te laten uitmaken van de presentatie. Deze interacties zijn belangrijk.
Het allermooiste is wanneer mensen na een voorstelling naar mij toe komen met tranen in hun ogen. De positieve energie die ons op dat moment omringt, is geweldig. Ik wil niet dat ze huilen voor wat mijn land heeft moeten doorstaan, maar het is heel mooi om te zien hoe zij meevoelen met het verhaal dat je brengt.
De voorstelling is zowel gesproken woord als zang. Is er een aspect waar u meer naartoe leunt, waar u een voorkeur voor hebt?
Ik heb graag een mix van beide. Ik wil mijn voorstellingen ook nooit helemaal plannen. Op het laatste moment zijn er altijd zaken die ik wil veranderen. Ik zie het gewoon als een beautiful meeting with people, een prachtige bijeenkomst van mensen.
Ik deel graag mijn verhalen en muziek. Deze combinatie is heel mooi, het raakt mensen in hun hart. Ik ben zelf ook heel open, als ik voel dat ik moet huilen tijdens een voorstelling, dan doe ik dat. Die openheid trek ik door naar mijn publiek toe. Zij mogen mij zowel artistieke als persoonlijke vragen stellen of bekritiseren en discussiëren over zaken die ik aanbreng. Zo creëren we een open sfeer, vrij van spanningen, waar iedereen zijn of haar mening kan geven.
Hoe belangrijk is kunst in uw leven al geweest?
Ik studeerde eigenlijk Rechten. Ik deed het goed op school en in Syrië wordt er dan van je verwacht dat je een dokter, ingenieur of advocaat wordt. Ik heb voor het laatste gekozen.
Ik was altijd al verliefd op kunst en muziek, al sinds ik 5 jaar oud ben. Zowel mijn moeder als grootvader waren kunstenaars, beide schilders. Ondanks het feit dat het in de familie zat, hechtten zij nog steeds groot belang aan een universitaire opleiding en de meer realistische kant van het leven. Het leven is ook minder open voor een vrouw die kunst wil beoefenen, waar ik vandaan kom. Dus bleef het een hobby.
Toen ik mijn man ontmoette, een poëet en ingenieur, moedigde hij me aan en zei tegen mij ‘you do what you love’. Ik heb dan beslist dat ik niet de persoon wil zijn, die ik niet wil worden. Ik geloof dat ik met mijn kunst mensen beter kan helpen en hun rechten beter kan verdedigen. Op het einde van de dag blijf ik een kunstenares en dat kan ik niet negeren.
Ik wil het niet doen via de wet, ik wil geen grenzen hebben op mijn relaties met mensen. Ik wil hun harten binnentreden op een goede manier, bewustzijn creëren via kunst en de taal van de wereld, muziek.
U vertelde dat u liefst zo weinig mogelijk plant voor voorstellingen. Wat doet dit gevoel met u, het feit dat elke avond anders is dan de vorige?
Wat ik ook zou voorbereiden of doen, het enige wat me echt kan belonen is de reactie van het publiek. Wanneer zij gelukkig zijn, ben ik dat ook. Het gevoel na een voorstelling kan ik niet eens beschrijven. Het is een gevoel van geluk of van iets dat mij heeft vervolledigd? Wat of wie ik ook mis, mijn ouders, mijn broer. Op dat moment verdwijnt dat gemis even en vervolledigt het gevoel mij.