De visser maakt de vissen schoon. Hij snijdt de buik van mijn moeder open.
Ik kan net ontsnappen aan het lemmet en verberg mij onder haar kieuwen.
De vrouw vertelt dat haar nichtje uit België langs komt met haar gezin.
‘Couscous is haar lievelingsgerecht’, zegt ze terwijl ze de in krantenpapier gewikkelde vissen aanneemt.
Ze stopt ze in haar boodschappentas, betaalt en gaat naar huis en ik, ik word in slaap gewiegd.