Beide plaatsen liggen in de provincie Al Hoceima. Vele Berbers verlieten deze streken (wat men rkempoe noemt) en vestigden zich in de grote steden en omgeving. Onze eindhalte is de havenstad Al Hoceima aan de beschutte baai aan de Middellandse zee. Een rit van ongeveer vijf uur.
Ik vind het erg spannend. We rijden in een gehuurde bescheiden Kia Picanto en vrezen of de 1.2 motor de bergen van de Arif (het Rifgebergte) aankan. Ik herinner me nog de lange warme reizen in een Volkswagen uit mijn kindertijd, over oude asfaltloze wegen langs scherpe bochten en diepe gevaarlijke ravijnen, waar de loodrechte steile rotswanden honderden meters hoog zijn en slechts enkele meters van elkaar verwijderd zijn. Als kind werd ik altijd misselijk van de eindeloze bochten. Maar er is hoop! Een nieuwe weg van Tanger naar Al Hoceima is langs de kuststreek aangelegd. Dat zou veiligere en goede geasfalteerde wegen beloven.
Het eerste traject van de nieuwe weg is Tanger – Tetouan. Richting Tetouan rijden we langs een verrassend groen landschap. In de verre verte zie je neerdalende wolken, wat een adembenemend uitzicht geeft. We passeren vele velden en bossen en duiken de bergen van het Rifgebergte in langs de kustlijn. De kustweg geeft ons de gelegenheid de Middellandse zee op zijn mooist te aanschouwen. Zie je het voor je? Hoge kliffen die steil afdalen in de Middellandse Zee, waar de zee en het gebergte elkaar omhelzen. Via slingerende wegen rijden we voorbij vele oued (rivierdalen) en pittoreske dorpen waar verse vis al wordt gegrild om tien uur 's morgens. De geur op dat tijdstip is niet echt smakelijk. I need my coffee scent!
De tocht gaat verder door de schitterende bergwegen en spectaculaire vergezichten op de hoge bergtoppen van het Rifgebergte. Verspreid over het landschap liggen hoge huizen met platte daken als witte vlekken tussen het groen. Ver weg van de bewoonde wereld. Ik word overmand door nostalgische emoties. De typische aardse berggeur en de aanblikken wekken een heimweegevoel op naar mijn kindertijd. Flashbacks van hoe ik een berg afdaalde richting het lemen huis van mijn vader. We pauzeren even aan een afgelegen café waar enkele mannen nippend aan hun qahwa (koffie) ons met veel nieuwsgierigheid bekijken.
Langs de weg vind je vele verkopers van heel wat kleurrijk aardewerk zoals tagines, ook rieten manden, vruchten en groenten zoals uien, vijgen en cactusvruchten. Kinderen zitten aan de wegen en wijzen met hun duim richting hun mond. Of we willen drinken? Ezels volgeladen met jerrycans sukkelen op smalle steegjes. En hier daar wordt een kudde jonge geitjes en lammetjes voortgedreven door oude mannen of vrouwen met een rieten hoed en een wandelstok. Het uiterlijk van de mensen verandert ook naargelang de streek. In Tanger en Tetouan zie je vooral Jbella (letterlijk: mensen uit de bergen). Je herkent de vrouwen aan hun chachia, een rieten hoed versierd met kleurige wollen kwasten. Ze hebben vaak een mendil gewikkeld om de taille, een katoenen doek met rode en witte strepen. Zulke tradities, love it!
De weg wordt steeds vlakker en stedelijker. Ik zie een bordje: Al Hoceima, nog enkele kilometers. We zijn er bijna. Onze Kia Picanto heeft het gehaald. Alhamdoulillah!