Voor de oorlog is Roger Roels zeeman. Hij vaart tussen Antwerpen en New York, meestal op schepen die paarden vervoeren. Als hij in Antwerpen aanmonstert, zakt hij soms af naar een café in de Antwerpse volkswijk ‘Den Dam’, waar menig zeeman aan de toog hangt. In dat café leert hij Anna Raveaux kennen. Anna is kleermaakster maar werkt ook in het café van haar zus. Roger en Anna leren elkaar beter kennen. De vonk slaat over en Roger neemt Anna mee naar de Sinksenfoor.
In de zomer van 1914 vertrekt Roger voor de zoveelste keer op een schip naar Amerika. Wanneer hij er aan wal gaat, hoort hij het nieuws dat er in België oorlog is uitgebroken. Hij kan niet zomaar terug en vestigt zich in New York. Na enkele maanden wordt ook Antwerpen bezet en wordt alle contact met zijn Anna verbroken. Wanneer in 1917 de Verenigde Staten in de oorlog komen, meldt hij zich aan bij de Amerikaanse marine. Hij krijgt een opleiding in New York vanaf maart 1918. Negen maanden later is de oorlog over. Roger schrijft een langverwachte brief naar Anna. Hij vraagt haar ten huwelijk en nodigt haar uit om naar Amerika te komen. Hij zal haar ticket betalen.
Anna is 23 en neemt de beslissing om de stap te wagen. Ook al was het zes jaar geleden toen ze Roger voor het laatst gezien had. In november 1920 ontscheept Anna van de Kroonland in New York. Ze huwen snel en bouwen samen een nieuw leven op. In 1928 overlijdt Roger aan een longziekte. Anna blijft in Amerika, hoewel ze er geen familie en weinig vrienden en kennissen heeft. Ze houdt van de mogelijkheden van haar nieuwe land.